Over het spel
Het spel dat je nu voor je hebt wordt al eeuwen gespeeld in Napels. De Napolitaanse bingo. Het is ontstaan uit de illegale lotto, waarmee men een weg uit de armoede hoopte te winnen. Koning Carlo III van Bourbon zag hoe populair het spel was en maakte het in de 18de legaal.
Tijdens de kerst gold er echter een tijdelijk verbod op de lotto, omdat men niet afgeleid moest zijn in deze periode van gebed en bezinning. Maar hoe kun je zo’n leuk spel nu verbieden in een tijd dat families gezellig bij elkaar zijn? Zo ontstond in Napels een variant op de lotto: de tombola. Tijdens de kerst schreef men nummers op papiertjes, stopte deze in een rieten korf en hieruit werd het winnende getal getrokken.
De Tombola Napoletana telt 90 getallen in totaal. Ieder getal heeft een eigen betekenis (en soms meerdere of dubbele betekenissen). Net als de getallen in de lotto, die gespeeld wordt in de lottokantoortjes en tabakswinkels in Napels.
Spelregels
Bepaal de inleg of prijzen per ronde.
Stop de nummers in de houten korf.
Deel de speelkaarten uit (1 kaart per speler).
Wijs een persoon aan die de getallen uit de rieten korf schudt en opnoemt. Hij krijgt de grote kaart om daar de nummers op te leggen.
Gebruik stukjes pasta, muntjes of wat je maar in huis hebt om de nummers te bedekken.
Een speler wint als hij of zij als eerste
- ambo – twee nummers in dezelfde rij heeft
- terno – drie nummers in dezelfde rij heeft
- quaterna – vier nummers in dezelfde rij heeft
- cinquina – een compleet rijtje heeft
- tombola – een volle kaart heeft
Let op: het is gebruikelijk dat je bijvoorbeeld na een ambo, niet in dezelfde rij een terno kunt winnen.
De speler die de nummers opnoemt moet proberen een rijm of een verhaaltje te maken van de nummers die hij trekt. Bijvoorbeeld: “de dronkelap (14) stond op en kreeg van de hand (5) een klap”